Startpagina

Hoe schrijf je een betoog?

Pakkende titel (zonder 'punt')
Vermijd een vraagstelling als titel.
Uitroepteken mag je gebruiken; wees hier wel voorzichtig mee!
Een goede titel is zowel aandachttrekkend als onderwerpaanduidend.
De titel verzin je als laatste.

Na de titel twee witregels. (Na een witregel altijd aan de kantlijn beginnen; bij doorlopende tekst per alinea inspringen [tab]).

Inleiding

Geef achtergrondinformatie over je onderwerp.
Werk toe naar je stelling.
Wees vooral relevant en vermijd vaagheden.
Maak in de inleiding aan het slot je standpunt expliciet duidelijk. (Hoeft niet; je standpunt mag expliciet verwoord worden in de conclusie.)
Formuleer je standpunt nooit in vorm van een vraag.
Soorten inleiding:
-actuele gebeurtenis of aanleiding, actualiteit, algemene informatie
-historische indeling
-anekdotische inleiding,kort verhaal.
-citaat of spreekwoord

Middenstuk of kern
Schrijf per alinea eerst je kernzin op. Deze kernzin geeft je argumentatie weer, de ondersteuning dan wel rechtvaardiging van je standpunt. De kernzin kan ook een tegenargument zijn dat je vervolgens ontkracht door middel van een tegenwerping.

Varieer per alinea: zorg voor argumenten in de vorm van een vergelijking, feiten, vragen, dilemma's, algemeen geldende waarheden, tegenwerpingen, voorbeelden, enz.
Vermijd drogredenaties.
Gebruik subargumenten, onderschikkend dan wel nevenschikkend.

Werk de kernzinnen uit tot volwaardige en goed geformuleerde alinea's. De kernzin is over het algemeen de eerste zin; in sommige gevallen kan de kernzin de laatste zin van een alinea zijn.

Maak je zinnen niet te lang.

Citeren uit artikelen mag. Dit is zelfs aan te bevelen, maar overdrijf niet. (Zie: 'Citeren en parafraseren'.)

Eindig je middenstuk met het verwerpen van een tegenargument.

Slot
Vat je verhaal samen: schrijf alle kernzinnen nog eens op (eventueel met een korte toelichting), maak a.h.w. een minisamenvatting van je alinea's. Vermeld tot slot je standpunt, herhaal je stelling/standpunt in de vorm van een conclusie, geef je lezers adviezen mee -> activerende element, maar wees niet te betweterig.

Vermijd vooral in je slot woorden als 'zou eigenlijk', 'misschien', 'waarschijnlijk'. Het maakt je betoog zwakker.